MAGHREBMAGAZINE

Schrijver Hassan Bahara uitte afgelopen weekend scherpe kritiek op de Marokkaanse adviesraad waarin namens Nederland Khadija Arib en Abdou Menebhi (Emcemo) zitting hebben genomen. Bahara bezocht op uitnodiging van Khadija Arib een conferentie van de Conseil Consultatif des Droits de l’Homme op 28 en 29 april in Rabat meldt Allochtonen Weblog.

Bahara constateert dat de adviesraad de band tussen Marokkaanse Nederlanders en hun moederland wil aanhalen. Tijdens het seminar bleek volgens hem duidelijk dat de CCDH zich zorgen maakt over de vervagende Marokkaanse identiteit van Marokkanen van de tweede en derde generatie. Bahara verbaast zich over de afwezigheid van tweede en derde generatie jongeren.

In Rabat werd gesproken over de cultuur, religie en taal van de Marokkaanse diaspora. Deelnemers waren volgens Bahara veel professoren, imams, sociologen, ingenieurs, onderzoekers en afgevaardigden van Marokkaanse koepelorganisaties in landen buiten Marokko. Bahara:”Afgezien van een handjevol Marokkanen van de tweede of de derde generatie, waren de meeste bezoekers oudgedienden die in Europa al decennialang actief zijn in het maatschappelijke veld, zoals oud-leden van het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN).”
De Nederlandse delegatie bestond behalve uit de werkgroepleden verder uit onder andere Mohammed Cheppih (oudvoorzitter van de AEL, de Arabisch- Europese Liga), Mohamed Echarrouti, (voorzitter UMMON – Unie van Marokkaanse Moslim Organisaties Nederland), Naima El Bezaz (schrijfster) en Abdelilah Ljamai (universitair docent aan de theologische faculteit Tilburg).

Volgens Bahara maakt de CCDH zich in navolging van de Marokkaanse overheid vooral druk over het opdrogen van de geldstroom van de eerste generatie Marokkaanse gastarbeiders. Bahara citeert een Amerikaans-Marokkaanse professor van Yale University, die ook deelnam aan het seminar: ‘In de jaren vijftig was de Marokkaanse politieke elite maar wat blij dat ze af konden komen van deze lastige berbers uit het Noorden en Zuiden van Marokko. Maar nu zij een financiële factor van belang zijn geworden, zal deze elite er alles aan doen om die Berbers zo lang mogelijk aan zich te verplichten.’

Volgens Bahara werd daarom het hete hangijzer, ‘de wenselijkheid/ onwenselijkheid van een dubbele nationaliteit’, handig ontweken tijdens de workshops. Het onderwerp werd volgens hem niet één keer ter sprake gebracht.